Parijs

1 november 2019 - Parijs, Frankrijk

Dag 39 (donderdag 31 oktober)

Eindelijk konden we een keer uitslapen en we werden gewekt door de wekker die we voor de zekerheid toch maar hadden gezet. Lekker geslapen ook eindelijk weer een keer en een beetje meer uitgerust konden we deze oneindige terugreis weer wat beter aan. Vanaf Toulouse konden we met de trein naar Parijs! De trein was comfortabel en modern. Er was een grote plek waar de fietsen konden staan, zelfs met alles er nog op en aan.

Ergens schuin tegenover ons zat een beetje een vage man die ons vroeg hoe laat we in Parijs aankwamen. Wij vertelden hem dat, hij vertelde ons hoe we dat in het Fans konden zeggen.

Na een tijdje werd er iets omgeroepen in het frans. De omroep mevrouw stond naast ons en stond daarna een beetje ongeduldig om zich heen te kijken. We verstonden wel iets van “Velo” en vroegen haar wat ze gezegd had. In het Frans (zij dacht Engels) legde ze uit dat ze langs de fietsen moest met haar karretje en dat die weg moesten. We weest een klein hoekje aan waar ze heen moesten. Geen uitdaging meer voor ons, maar wel jammer dat er zo’n grote fietsenplek is waar we €20,- voor hebben betaald en ze dan alsnog opdekop en onbepakt ergens opgefrommeld moesten staan.

De man die vroeg over het treinkaartje kwam helpen en hielp ons totaal niet. Hij kon de fiets nog niet eens 2 cm optillen en viel bijna om met fiets en al. Geen wonder aangezien we hem in een uur al een hele fles sterke drank leeg hadden zien drinken.

De fietsen stonden waar ze niet moesten staan, maar dus toch wel moesten staan en de vrouw kwam langs met haar karretje met versnaperingen. Het karretje was heel smal en had er prima langs gepast, dus we snapten niet wat haar probleem was, maar zij was blij en de fietsen stonden op zich prima.

Onze dronken man had ondertussen bij elk station al een jointje gerookt, begon aan zijn tweede fles drank en nam ook nog iets uit een zakje met een slokje water. Hij zakte steeds verder onderuit en lag met zijn voeten op de stoel aan de andere kant van het gangpad. Niemand kon er meer langs en het werd een beetje eng. Gelukkig bleek even later dat hij op iemand anders zijn plek zat en ging hij verderop zijn gewelddadige serie kijken.

Zo was er nog een schattig kindje waar we even gekke bekken naar konden trekken en kiekeboe doen en toen kwamen we alweer aan in Parijs. Ondanks dat we 7,5 uur in deze trein moesten vloog de tijd voorbij.

In Parijs ging er geen trein verder. Ook niet morgen en wel die dag daarna, maar dan moesten we €217,- extra betalen (gerwijl we een interrailticket hebben) en onze fiets uit elkaar halen en al onze tassen los dragen. Niet echt een optie. Ondertussen waren we redelijk klaar met al die stomme treinen (zacht en lieflijk uitgedrukt). Gelukkig was er een engel aan het thuisfront die wel een optie wist te vinden met nationale treinen en morgen helemaal naar huis! We waren heel blij met dit vooruitzicht en boekten maar weer een goedkoop gammel hotel.

We hadden weer gebeld en “natuurlijk konden de fietsen er staan! We zijn een hotel”. De fietsen konden er inderdaad staan, maar niet binnen. “Zet ze maar aan die boom daar, er is hier altijd iemand bij de receptie en die houdt ze in de gaten”. Daar stonden onze fietsen dan, op straat, midden in Parijs. Gelukkig was dit volgens de hotelman een “hele veilige buurt”. Vandaar ook die tentjes met die zwervers 100 meter verderop. Maar we hadden niet veel andere opties.

Dit hotel zag er wat verzorgder uit dan de vorige, maar de muren waren dan wel weer wat dunner waardoor het gehoriger was. We konden alles van de buren meekrijgen, we zullen niet in details treden, maar gelukkig waren wij zo moe dat we als een blok sliepen.