“Buen Camino”

6 oktober 2019 - Roncesvalles, Spanje

Dag 13 (zaterdag 5 oktober)

Saint Jean Pied de Port - Roncesvalles

28,4 km.

De dag van de berg.

Het wordt steeds vroeger, half 9 fietsten wij helemaal fris en fruitig weg van de camping.

Dat fris en fruitige was er al snel af. Vandaag was de dag van de berg. Nadat meerdere campinggasten en wandelaars ons “Buen Camino” hadden gewenst fietsten wij vrolijk richting de hoge bergen. Bij een splitsing kozen we ervoor om het echte camino pad te fietsen, dan hoefden we niet langs de drukke weg, dat leek ons wel een goed idee. Hoe goed idee dat was weet ik niet, maar na een volgende splitsing besloten we toch maar om gewoon weer over de weg te gaan, waar ook de fietsroute uit ons boekje langs ging. Het camino pad steeg en daalde zo heftig dat we bijna alles moesten lopen met de fiets aan de hand. Dit stuk maakte ons alleen nog maar banger voor “Dé berg” die we straks op moesten.

Op dit stijle stuk kwamen we ook Louisa uit Italië tegen. Ze sprak bijna geen engels, maar er was meteen een band, want ze had het net zo zwaar met de stijle bergen als wij. Meerdere keren haalden we elkaar in en we deelden een kleine pauze samen. Daarna mochten we een stuk naar beneden, dat gaat veel sneller op de fiets, en zagen we Louisa niet meer terug.

Weer op de “normale” weg begonnen we aan de grote klim. Wij waren al 3 dagen lang aan het stressen voor een klim van 26 km lang van minstens 40% of meer, maar eenmaal aan het klimmen leek het mee te vallen. Alsnog was het heel erg pittig, maar het was geen 26 km lang en geen 40%. We klommen ongeveer 16 km lang 7 tot 9%. In het begin was het nog een beetje op en neer en af en toe plat, maar op wen gegeven moment was het alleen nog maar omhoog omhoog en omhoog en er kwamen haarspeld bochten en we klommen steeds hoger en hoger en we waren op en stopten om de paar meter. We haalden mensen in en mensen haalden ons weer in. Zo waren er een man en een vrouw, ook op de fiets. Meerdere malen haalden wij hun in en zij ons. En elke keer als zij ons weer bijna in haalden hoorden we ze al van een afstand aankomen, omdat de vrouw constant in een snel tempo aan het praten was over Joost mag weten wat allemaal. We vroegen ons af hoe iemand zoveel te vertellen kan hebben dat elke keer als we ze tegen kwamen ze aan het praten kon zijn. Maar we vroegen ons ook af waar ze de energie vandaan haalde om te praten aangezien wij alleen maar hijgend en puffend “even stoppen?” konden prevelen. We ploeterden en hielden pauze en na een lange klim waren we daar. Puerto de Ibañeta. De pas Ibañeta. 1057 meter hoog.

Mooi uitzicht over de bergen die we op hadden gefietst was een mooie beloning voor de zware klim. Maar nog blijer waren wij met het feit dat we nu weer naar beneden mochten.

Heel ver naar beneden gingen we niet (nog niet), want bij het plaatsje Roncesvalles waar wij voor een stempel en wat water naar het toeristenbureau gingen bleek een goede slaapplek te zijn. De man van het toeristenbureau stuurde ons naar de pelgrims herberg in het oude klooster voor een mooiere stempel dan ze daar hadden. Eenmaal daar aangekomen bleken alle vrijwilligers Nederlands te zijn, kregen we een stempel en vertelden Huub, één van de vrijwilligers, ons dat we daar ook mochten kamperen.

Toen we na de stempel weer naar buiten liepen om met onze fietsen om het gebouw heen te fietsen bleken onze fietsen een hele attractie geworden te zijn. Er stond een hele groep Franse toeristen om onze fietsen heen. Het koste ons zelf een beetje moeite ons tussen hun door naar onze fietsen te begeven. Bij onze fietsen gekomen kregen we nog meer belangstelling nu bleek dat we ook nog eens twee vrouwen waren. 

We mochten op het veldje achter het klooster staan. Tot tien uur konden we gebruik maken van de keuken en de badkamer en dan konden we er de volgende ochtend weer in. Helemaal prima. We konden zelfs voor €3,50 onze was laten doen en maakten daar dan ook dankbaar gebruik van. We kregen het zelfs gedroogd terug!

Roncesvalles ligt nog op 960 meter hoogte en het was koud ‘s nachts.

Dahag.

Foto’s